Hygiëneplanning voor druk-verhogingsinstallaties: dit moet u weten
Bijna geen enkel gebied is strenger gereguleerd dan de watervoorziening in de gebouwentechniek. Lees hier wat belangrijk is op het gebied van hygiëne, vooral bij het gebruik van drukverhogingsinstallaties.
Bijna geen enkel gebied is strenger gereguleerd dan de watervoorziening in de gebouwentechniek. Lees hier wat belangrijk is op het gebied van hygiëne, vooral bij het gebruik van drukverhogingsinstallaties.
Hygiëneplanning voor drukverhogingsinstallaties: dit moet u weten
Betrouwbare en ongecompliceerde toegang tot schoon drinkwater is tegenwoordig in westerse industrielanden volledig vanzelfsprekend. Maar wij weten ook dat het handhaven en verder ontwikkelen van deze norm aanzienlijke technische, regelgevende en operationele inspanningen vereist. De wettelijke eisen aan de watervoorziening zijn extreem hoog en installatiebouwers zijn verplicht om bij het plannen en installeren van een drukverhogingsinstallatie rekening te houden met uitgebreide hygiënische aspecten.
Voorschriften, normen en wetten met betrekking tot drinkwater - een overzicht
Wat betreft de hygiëne-eisen dient onderscheid te worden gemaakt tussen installaties voor het verpompen van drinkwater en installaties voor het leveren van proceswater. Drinkwater is volgens de drinkwaterverordening „Water voor menselijk gebruik“. Het is water in zijn oorspronkelijke staat of na behandeling dat wordt gebruikt voor drinken, koken, bereiden van voedsel en dranken, maar ook voor persoonlijke hygiëne en reiniging, reiniging van voorwerpen die bestemd zijn om met voedsel in aanraking te komen en reiniging van voorwerpen die niet alleen tijdelijk in contact zijn met het menselijk lichaam. De eisen aan de kwaliteit van drinkwater zijn op hoofdlijnen vastgelegd in:
- DIN 2000 Centrale drinkwatervoorziening
- DIN 2001 Eigen en individuele drinkwatervoorziening
- IfSG Infectiebeschermingswet
- LFGB Wetboek voor levensmiddelen, consumptiegoederen en diervoeders
- TrinkwV Drinkwaterverordening
De volgende voorschriften zijn van toepassing op de adequate watervoorziening voor consumenten (voor zover dit van invloed is op de systemen in gebouwen en objecten):
- AVBWasserV Verordening over algemene voorwaarden voor de watervoorziening
- DIN EN 805 Watervoorziening (Vereisten voor watervoorzieningssystemen en hun componenten buiten gebouwen)
- DIN EN 806 Technische voorschriften voor de drinkwaterinstallatie met de nationale aanvullingen DIN1988-200/-300/-500 en -600
Hygiëne-eisen voor drukverhogingsinstallaties in de gebouwentechniek
Overal waar de minimale toevoerdruk (SPLN) van het plaatselijke waterbedrijf niet voldoende is om de bovenste verdiepingen van voldoende waterdruk te voorzien, moet een drukverhogingsinstallatie (DVI) worden gebruikt. Als vuistregel geldt dat de gebruikelijke minimale toevoerdruk van het gemeentelijk waterleidingbedrijf van 2 tot 3,5 bar voldoende is voor gebouwen met vier verdiepingen. Drukverhogingsinstallaties worden dan ook vaak toegepast in hoogbouw. Door watermeters, filters en waterbehandelingssystemen die leiden tot waterdrukverliezen, worden DVI's echter steeds vaker gebruikt in woongebouwen met minder verdiepingen.
Installatiebouwers moeten er bij de planning in principe rekening mee houden dat hun leverancier de kwaliteit van het drinkwater alleen kan garanderen tot aan het overdrachtspunt in overeenstemming met de drinkwaterverordening. Vanaf het moment van de overname dient de drinkwaterinstallatie van de exploitant van de installatie als een soort nieuwe "verpakking" voor het drinkwater. Dit betekent: Alle drinkwaterleidingen, ingebouwde pompen en afsluiters mogen de kwaliteit van het water op geen enkele manier nadelig beïnvloeden.
Om dit te waarborgen moeten alle materialen en hulpstoffen die worden gebruikt bij de aanleg van een drukverhogingsinstallatie (DVI) in de eerste plaats voldoen aan de geldende regelgeving rond de geschiktheid van het drinkwater . Hygiëne tijdens de bouw, het transport, de installatie en de inbedrijfstelling van een DVI en alle bijbehorende systeemcomponenten zijn essentiële voorwaarden voor het omgaan met water volgens DIN 2000.
Om ervoor te zorgen dat een DVI hygiënisch kan worden gebruikt, moeten de DVI zelf en de stroomafwaartse leiding tot aan de leverpunten tijdens de inbedrijfname grondig worden gespoeld in overeenstemming met DIN EN 806-4. De ZVSHK-brochure "Spoelen, Desinfecteren en Inbedrijfname" biedt gedetailleerde ondersteuning bij de implementatie. Voordat de DVI in gebruik wordt genomen en de drinkwaterinstallatie wordt gespoeld, moet de installatie aan de perszijde worden losgekoppeld van het leidingnet en separaat worden gespoeld. Het spoelwater moet in de riolering worden afgevoerd en mag niet in de drinkwaterinstallatie terechtkomen.
Gevaren van verontreiniging bij de werking van een drukverhogingsinstallatie
Natuurlijk mag ook de langdurige werking van een drukverhogingsinstallatie (DVI) geen negatieve invloed hebben op de waterkwaliteit. Ze moet daarom zo worden gebruikt en onderhouden dat dit de groei of vorming van biofilms of micro-organismen niet bevordert (zie ook VDI 6023):
Aan de ene kant moet stagnatie of onnodige opslag van het drinkwater worden vermeden - en aan de andere kant moeten temperatuurbereiken worden vermeden die bacteriegroei bevorderen.
Het risico op stagnatie of opslag van het water kan worden verminderd door de volgende maatregelen:
- Membraandrukvaten met doorstroom
- Automatische pompwissel van alle pompen
- Zo min mogelijk dode punten in alle watervoerende onderdelen
- Geforceerd spoelen van leidingstukken met gevaar voor stagnatie
Ook de watertemperatuur speelt een rol bij de hygiëne
Meerdere factoren kunnen bijdragen aan ongewenste opwarming van het water in de DVI-componenten (bijvoorbeeld drukloze voortanks, pompen, leidingcomponenten en membraantanks) en zo de vorming van bacteriën bevorderen. Daartoe behoren bijvoorbeeld een verhoogde omgevingstemperatuur op de installatieplaats, langere periodes met minimaal verbruik (bijv. in het weekend in kantoorgebouwen) of ook de opwarming door het pompproces (warmteverlies). Deze factoren kunnen echter worden verholpen met een geschikte plaatsing of door de pompen tijdig uit te schakelen bij minimaal of geen verbruik.
Checklist: De 5 belangrijkste punten bij hygiënische inzet van DVI's
- Voorkom stagnatie: Stagnatie in het watersysteem kan bacteriegroei stimuleren.
Controleer de druk: De druk in de drukverhogingsinstallatie moet zo worden afgesteld dat deze niet te hoog is. Overmatige druk kan de leidingen beschadigen en zorgen dat bacteriën vrijkomen.
Laat de installatie regelmatig onderhouden: Professionele inspectie van het systeem is belangrijk om ervoor te zorgen dat het goed functioneert en hygiënisch werkt.
Desinfectie: Regelmatige desinfectie van de installatie kan de groei van bacteriën voorkomen. Hiervoor zijn bijvoorbeeld UV-sterilisatiesystemen of chlorering geschikt.
Filtratie: Het installeren van de juiste filters kan de waterkwaliteit verbeteren en de groei van bacteriën verminderen.
Zoals u kunt zien, zijn er een aantal zaken waarmee u rekening moet houden bij het plannen van het hygiënisch ontwerp van de watervoorziening in gebouwen. Het is daarom essentieel om een professional te raadplegen die advies geeft over het ontwerp, de installatie en het onderhoud van een drukverhogingsinstallatie om ervoor te zorgen dat alle noodzakelijke hygiënemaatregelen in acht worden genomen.
Neem bij vragen contact op met de experts van KSB of ontdek de ontwerptool KSBuilding Consult die u tijdens het hele planningsproces ondersteunt – van de ontwerpfase via aanbestedingen naar de calculatie.
Wij kijken ernaar uit dat u contact met ons opneemt.
Geschikte producten
DeltaCompact
Volautomatische, aansluitgereed, compact geconstrueerde drukverhogingsinstallatie voor enkele pomp/drukverhogingsinstallatie voor dubbele pomp met toerenregeling
DeltaSolo
Volautomatische enkelpompinstallatie in twee toerengeregelde uitvoeringen. De toerengeregelde MVP en SVP beschikken over een traploze toerentalregeling van elke pomp via een frequentieregelaar aan de pomp voor asynchroonmotoren (MVP) of via het toerenregelsysteem PumpDrive en de KSB SuPremE-motor (SVP) voor de volledige elektronische regeling van de vereiste toevoerdruk.
DeltaBasic
Volautomatische drukverhogingsinstallatie met 2 tot 3 (MVP)/4 (SVP) verticale hogedrukpompen in twee toerengeregelde uitvoeringen. De toerengeregelde uitvoeringen MVP en SVP beschikken over een traploze toerenregeling van elke pomp via een frequentieregelaar aan de pomp voor asynchroonmotoren (MVP) of via het toerenregelsysteem PumpDrive en de KSB SuPremE-motor (SVP) voor de volledige elektronische besturing van de vereiste toevoerdruk. Uitgerust met centrale zekeringenkast.
DeltaSolo D
Volautomatische éénpompinstallatie in compacte constructie met membraan-drukreservoir (8 liter). De installatie wordt drukafhankelijk in- en uitgeschakeld.
DeltaPrimo
Compact geconstrueerde, volautomatische drukverhogingsinstallatie met 2 tot 3 (VC)/4 (F/SVP) verticale hogedrukpompen in cascade en in twee toerengeregelde versies. Cascade-regeling (F) voor het garanderen van de gewenste voedingsdruk. De toerengeregelde versies VC en SVP beschikken over een traploze toerenregeling van elke pomp via de frequentieregelaar in de schakelkast (VC) of via de toerenregeling PumpDrive en KSB SuPremE-Motor (SVP) voor volledige elektronische regeling van de vereiste voedingsdruk. Geautomatiseerd met KSB BoosterCommand Pro.
DeltaMacro
Volautomatische drukverhogingsinstallatie in compacte constructie met 2 tot 4 (F) / 6 (VC/SVP) verticale hogedrukpompen in cascade en in twee toerengeregelde versies. Cascade-regeling (F) voor het garanderen van de gewenste voedingsdruk. De toerengeregelde versies VC en SVP beschikken over een traploze toerenregeling van elke pomp via de frequentieregelaar in de schakelkast (VC) of via de toerenregeling PumpDrive en KSB SuPremE-Motor (SVP) voor volledige elektronische regeling van de vereiste voedingsdruk. Geautomatiseerd met KSB BoosterCommand Pro Plus